Stollingsstoornissen

Header illustratie

Een stollingsstoornis betekent dat het bloed niet goed of niet snel stolt. Daarom is het belangrijk dat je dit meldt als je op de GGD komt voor vaccinaties. 

Vaccinatie bij stollingsstoornissen

Gebruik je bloedverdunners zoals heparine, DOAC, bloedplaatjesremmers of medicijnen van de trombosedienst? 

Na een vaccinatie is de kans groter dat er een blauwe plek in de spier ontstaat. Daarom drukken we de injectieplaats twee minuten af na vaccinatie.
Soms kan een vaccinatie ook onder de huid (subcutaan) worden gegeven. De kans op een blauwe plek is dan kleiner.

Heb je hemofilie of de ziekte van Von Willebrand? 

  • Overleg dan met je behandelaar over de beste tijd om gevaccineerd te worden.

Tips bij stollingsstoornissen:

  • Ben je onder begeleiding van de trombosedienst? Geef dan tijdig aan dat je op vakantie gaat, waar je naartoe gaat en wat je op vakantie gaat doen.
  • Zorg dat je INR-waarde onder de 3,5 is in de week voorafgaand aan de afspraak op de GGD.
  • Maak bij voorkeur minimaal zes weken voor vertrek een afspraak voor het reizigersspreekuur op de GGD bij jou in de buurt.
  • Als je een direct werkend antistollingsmiddel gebruikt (DOAC), zoals rivaroxaban, apixaban, edoxaban of dabigatran, plan dan de vaccinatie minimaal zes uur na de inname van de medicatie of er net vóór.
  • Gebruik alleen paracetamol en geen aspirine als pijnstilling.
  • Als je toch een blauwe plek hebt kun je er ijs op doen.

 

Maak nu een afspraak

Ga jij op reis? Zoek op deze GGD website welke vaccinaties je nodig hebt en welke maatregelen je verder kunt treffen.